Louisa woont met haar man Elliot op Ceylon, het is 1935. Ze hebben geen kinderen. De laatste tijd is Elliot rusteloos. Ondanks dat hij veel op zijn werk is, geeft hij aan een nieuw project te willen starten waar hij geld voor nodig heeft. Louisa leent hem het geld. Dan komt Elliot om bij een auto-ongeluk. Louisa komt erachter dat hij enorme schulden had en gaat op bezoek bij Leo, de man aan wie Elliot een deel van zijn geld achterliet. Ze voelt zich direct aangetrokken tot Leo, eigenaar van een kaneelplantage. Hij vertelt haar dat Elliot nooit een aandeel had in de plantage, maar kan haar wel vertellen waar Elliot geld naar toestuurde. Louisa stort zich op haar nieuwe project om de waarheid over haar man te verwerken. Dan staan er twee mannen op de stoep. De Britse schrijfster (1948) is geboren in Maleisië en heeft al meerdere werken geschreven die zich afspelen in een van de kolonies uit de 19e en 20e eeuw. Ze weet erg mooi de sfeer en het dagelijkse leven op de eilanden neer te zetten. Het verhaal draait vooral om een tijdloos thema: gewenst ouderschap en het verwerken van het verlies van kinderen. Makkelijk te lezen, lichte spanning met climax op het eind.