Meneer Tijger voelt zich niet op zijn gemak in de grauwe stad waar iedereen hetzelfde doet en je steeds maar netjes moet zijn. Hij besluit op vier poten te gaan lopen. Ook wordt hij al iets wilder en zijn vrienden weten niet wat ze ervan moeten denken. Uiteindelijk gaat ook het keurige, grijze pak uit en verdwijnt hij naar de wildernis, waar hij het naar zijn zin heeft, tot hij zijn vrienden mist en terugkeert naar de stad waar een en ander is veranderd. Vierkant prentenboek met illustraties die vaak een spread beslaan. Het kleurgebruik (de oranje tijger) is heel functioneel. Een donkere kleur geeft de grauwheid aan die meneer Tijger in de stad voelt en het frisse groen van de wildernis de vrijheid aldaar. Als meneer Tijger terugkeert naar de stad blijkt dat de andere dieren ook al meer vrijheid nemen, soms op vier poten lopen en zelfs kleur durven bekennen. Er zit veel vaart in het mooi opgebouwde verhaal, dat aan het slot weer bij het begin uitkomt, maar wel met enkele veranderingen. De moraal dat iedereen zichzelf mag zijn ligt er niet te dik bovenop, maar is organisch in het verhaal verweven. Vanaf ca. 4 jaar.