De auteur behandelt conflicten vanuit een energetische benadering. Zij geeft eerst de algemene principes weer. Vervolgens gaat ze in op ruzies met twee fundamentele rollen: die van vechter en die van slachtoffer. In het volgende hoofdstuk staat machtsstrijd centraal, waarin onder meer het gelijk, het laatste woord, schuld en eenzaamheid aan bod komen en manieren van handelen, zoals dichtklappen, martelen en vertrekken. Daarna komen ongelijkwaardige ruzies aan bod en gaat de auteur in op achtergronden van ruzies. Het laatste hoofdstuk gaat met name in op het oplossen en voorkomen van ruzies. Elementen als misverstanden, ontwarren van knopen, omgaan met woede, weerstand, verdriet en troost vormen de rode draad. De auteur eindigt met enkele praktische tips. Het boek is gemakkelijk leesbaar, de getekende modelletjes zijn van kinderlijke eenvoud. De theorie is van eigen makelij. Verwijzingen naar andere theorieën zijn er niet. Het is bruikbaar voor een breed publiek. De zesde druk (2005) werd door de schrijfster voorzien van enkele aanvullingen; daarvan is dit een onveranderde herdruk. Ongewijzigde herdruk.