Klassiek, oblong prentenboek, dat al in vele verschillende uitvoeringen is verschenen. Uit een eitje kruipt een rupsje dat op zoek naar eten gaat. Elke dag van de week eet hij zich door iets lekkers heen. Wat hij op de werkdagen eet, is op de volgende pagina's te zien; die vijf pagina's zijn zodanig afgesneden dat ze samen een volledige pagina lijken te vormen. Op de achterkant staat steeds dezelfde illustratie inclusief het rupsje dat naar buiten kruipt uit het uitgestanste ‘eetgat’. Na deze pagina’s met gezonde dingen volgt een dubbele pagina vol onweerstaanbare lekkernijen waar het rupsje zich op zaterdag aan vergrijpt en die hem een flinke buikpijn opleveren. Maar na een rustige zondag met een enkel groen blaadje gaat het weer wat beter. Na twee weken komt het rupsje in prachtige vlindergedaante uit zijn cocon gekropen. Door herhaling van tekst, vormgeving en rustige opbouw, worden grappige climaxen bereikt. Weinig, doch voldoende eenvoudige tekst bij de duidelijke, kleurrijke collages zorgen voor een rustige bladspiegel. Een leuk fantasieboek voor peuters en kleuters met reële elementen: dagen van de week, eten, tellen, dag en nacht en de metamorphose van rups naar vlinder. Vanaf ca. 3 jaar.