Een meisje heeft het liefst alles in het rood (behalve bietjes), omdat ze van rood vaak moest lachen. Haar dagen zijn echter grijs en elke dag moet ze van haar moeder naar haar grijze oma, die alleen maar klaagt. Op een dag ontmoet ze een groot zwart beest in het bos die ze naar haar oma stuurt en die deze opeet. Het meisje gaat erachter aan en met een bijl maakt ze een eind aan het leven van de wolf en kan ze aan haar eigen leven beginnen. Zeer bijzondere bewerking van het klassieke sprookje van Roodkapje, waarbij woord en beeld onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het verhaal begint met 'Er was eens' en daarmee verwacht de lezer het klassieke verhaal, maar al snel blijkt het verhaal een andere wending te krijgen. Het gruwelijke slot waarbij de wolf en dus ook de oma het moet ontgelden, verlost het meisje van de grijze invulling van haar bestaan: ze overwint haar angst en neemt haar leven in eigen hand. De paginagrote illustraties (linoleumsneden) in zwart-wit met de steunkleur rood sluiten uitstekend aan bij de sfeer van het verhaal. Een boek om met begeleiding te lezen. Een bijzonder, vierkant prentenboek met een redelijke hoeveelheid tekst in een vette letter van de reeds vele malen gelauwerde auteur. Vanaf ca. 7 jaar.