Rood paleis

Rood paleis

    Mediumsoort
    Boek
    ISBN
    9789038814964
    Verschijningsdatum
    Jaar van uitgave
    2024
    Taal
    Nederlands
    Categorie
    Fictie
    Leeftijdsgroep
    Volwassenen
    Genre
    psychologische roman
    Moeilijkheidsgraad
    Gemiddeld
    Onderwijsniveau
    H - Bovenbouw havo/vwo
    Uitgever
    Nijgh & Van Ditmar
    Editie / Druk
    Tiende druk
    Aantal pagina's
    221 pagina's
    Hoogte
    217
    Breedte
    135
    Bestelnummer
    2024141108
    NUR code
    301

    Aanschafinformatie

    Een in Amsterdam gelegen bordeel met zijn bewoonsters en bezoekers is het voornaamste personage uit deze in 1913 gesitueerde roman. Het bordeel staat voor het tijdperk van het fin de siècle, het einde van het tijdvak van de bourgeoisie. Het bordeel wordt geleid door de alomtegenwoordige madame mevrouw Doom, die haar naam in veel opzichten waar maakt. De belangrijkste gast en tegenspeler van mevrouw Doom is Henri Leroy. Met zijn impotentie en voyeuristische instelling is hij een exponent van het fin de siècle dat eindigt met het begin van de Eerste Wereldoorlog. Naar de wereldbrand die daardoor ontketend werd, wordt vooruitgewezen door de brand die het Rood Paleis aan het eind van de roman in rook doet opgaan. Bordewijk heeft aan de roman nog een kort hoofdstuk toegevoegd, waarin hij duidelijk maakt zelf geen bezoeker van een huis van licht zeden te zijn. 'Rood Paleis' is naast 'Noorderlicht', 'Bloesemtak' en 'De Golbertons' een van de iets minder bekende romans van de door zijn zakelijke en kubistische stijl in 'Blokken' en 'Bint' en zijn karakterroman 'Karakter' bekend gebleven schrijver (1884-1965). Licht herspelde editie

    Licht herspelde editie. Geactualiseerde druk.

    Uitgeversinformatie

    In Bordewijks roman Rood Paleis (1936) staat een bordeel aan de Passeerdersgracht te Amsterdam centraal, vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Het bordeel, die typerende en decadente instelling van het negentiende-eeuwse fin de siècle, is een zwaar bakstenen pand, bruin-rood geverfd en met neergelaten jaloezieën. Een oord van somberheid en verschrikking dat beheerst wordt door de ‘madam’, mevrouw Doom, een overweldigende, sombere verschijning, die het vleesgeworden Noodlot lijkt. In het verval van het Rood Paleis schildert Bordewijk niet alleen de ondergang van een instituut, bevolkt door gevreesden en geminachten, maar tevens het einde van de eeuw der bourgeoisie.