De meeste mensen weten niet precies hoe een boek er gewoonlijk uitziet. In elk geval niet wanneer het gaat over dingen als het aantal regels op een pagina, over de manier waarop woorden worden afgebroken of over de precieze indeling van de bladzijden die aan de hoofdtekst vooraf gaan. Een gemiddelde lezer hoeft dit ook allemaal niet te weten, maar iemand die een boek gaat vormgeven moet wel weten wat ’gewoon’ is. Pas dan kan hij ervoor kiezen om daarvan af te wijken of juist niet. Dit boek gaat dus niet alleen over het gebruik van de software om een roman vorm te geven, maar vooral ook over de vraag: hoe ziet een roman er eigenlijk uit?