Remco Campert leest een compilatie voor van zijn eigen poëzie. Het zijn gedichten uit de periode 1950 tot 1986, verschenen in verschillende bundels. De poëzie komt meer tot leven wanneer de dichter het zelf voorleest. Hij kent de klemtonen, hij weet wat hij wil overbrengen, al leest Campert het gedicht Solo te snel, te gehaast. Het lange gedicht vereist veel aandacht en is daardoor misschien minder geschikt om naar te luisteren. Voor De gedichten over de liefde neemt hij meer tijd, waardoor ze goed te volgen zijn. Een beeld op je laten inwerken kost tijd, daar krijgt de luisteraar hier de ruimte voor. In sommige gedichten is de poëzie zelf het onderwerp, zoals in het openingsgedicht Poëzie is een daad. Poëzie is een toekomst, een daad van bevestiging, de branding die stukslaat op de rotsen. Dit is dan misschien wel Camperts poëtica. De gedichten zetten aan tot nadenken, ze nodigen uit er nog eens naar te luisteren en er dan weer iets nieuws in te vinden. Dat is de kracht van goede poëzie. Deze cd geeft een boeiende dwarsdoorsnede van Camperts dichtkunst.
Eerder aangeboden: a.i. 2005-14-8-285.