Klassieke wandelliteratuur over een twaalfdaagse tocht door de Cevennen, anno 1898. De auteur werd later wereldberoemd met Dr. Jekyll & Mr. Hyde en Schateiland. Maar dit verslag dateert van voor die tijd. Omdat Stevenson van plan was te kamperen en een loodzware gevoerde slaapzak had laten maken, nam hij een ezel mee om de last voor hem te dragen. Modestine was haar naam. Aanvankelijk is de relatie tussen de twee allerbelabberdst. Modestine is niet vooruit te branden en de bagage blijft niet goed zitten. Maar later ontwikkelt Stevenson een warm gevoel voor het dier. Samen reizen ze zo'n 200 km door de dan nog geïsoleerde Cevennen. De jonge Stevenson blijkt een ware levensgenieter die openstond voor alle onverwachte ontmoetingen. Hij beschrijft zijn avonturen in een zwierige, amusante stijl met veel gevoel voor zelfspot. Af en toe is hij wat arrogant als het gaat om zijn omgang met de boerenbevolking. Tegelijkertijd is het mooi om te lezen dat de ingrediënten van een wandeltrektocht in de 21e eeuw niet veel anders zijn. Het streven naar lichte bepakking, niet willen verdwalen, genieten van de mooie omgeving, de verrassende ontmoetingen en zorgen voor een warm bed voor de nacht. De vertaling is zo soepel dat het gisteren geschreven lijkt. Met een voorwoord van Kees van Kooten.