Het gebeurt niet vaak dat een levende filosoof zoveel weerklank vindt als de Duitse filosoof Peter Sloterdijk (1947); tegelijk zijn zijn geschriften voorwerp van heftige discussies, zoals een lezing die hij hield voor een gezelschap filosofen en die, hoewel niet voor publicatie bestemd, door een journalist op nogal tendentieuze wijze verslagen werd. De lezing ging onder meer over de vraag of er een morele codex mogelijk is met betrekking tot de nieuwe technologisch-biologische mogelijkheden om mensen ingrijpend te veranderen. Sloterdijk wilde uitlokken dat dit onderwerp ook eens door de filosofie serieus bediscussieerd zou worden. In plaats daarvan ontstond er in Duitsland een scherpe polemiek in de kranten die vooral om posities, generatieconflicten en collegiale nijd leek te gaan. Er is een Nederlandse uitgave voor nodig om te weten wat er door diverse mensen gezegd is. Dat maakt dit tot een nuttig boek: de lezer kan zelf oordelen. Opmerkelijk is dat juist de niet-Duitse bijdragen, waarvan sommige heel kritisch, de meest zinnige zijn, zoals die van Paul Scheffer en Jan Vorstenbosch.