Jan bestempelt zijn ouders als ruimtevaarders, zo de titel, Zwevende zweven tussen twee werelden, tussen gisteren en nu, na de val van de muur. Het zijn voornamelijk zwijgzame mensen, die in het troosteloze Sachsen overleven. De overleden moeder dronk. Op zijn werk, een ziekenhuis, dat ontmanteld wordt, net als de woonkazernes, reikt hem een oude man, Thorsten Kern, een kartonnen doos. Die zou met zijn ouders te maken hebben. Jan vindt er de correspondentie van ene Günter Kern met zijn broer Georg, die in het westen gevlucht is, daar bekend als schilder onder de naam Baselitz. Jan zoekt dan naar sporen van een onuitgesproken verleden, naar het verband met zijn moeder. Hij stuit weer op het zwijgen van zijn vader. Het verhaal speelt zich af op diverse fronten en tijden, niet chronologisch. Zo wordt bijv. het auto-ongeluk van Günters zoon aangehaald. De brieven spelen een centrale rol naast de Stasipraktijken, wat betreft de kunst. Daarbij worden de schilderijen ook beschreven. Baselitz is overigens geen fictieve figuur. Tweede roman van Lukas Rietzschel (1994) over de DDR, hij kreeg naast prijzen een beurs om in de Villa Concordis en in de Villa Aurora te schrijven.