Via de lotgevallen van het geslacht Trotta, dat in de adelstand is verheven nadat luitenant Joseph Trotta bij de slag bij Solferino (1859) de jonge keizer Franz Joseph het leven heeft gered, wordt de ondergang van de Habsburgse Donaumonarchie beschreven. Een literaire parel uit 1932, die in schijnbaar eenvoudige taal vol weemoed, maar met scherp inzicht in de feilen ervan een historisch fenomeen beschrijft, dat eindigt met de dood van de keizer en de laatste Trotta. Klassiek meesterwerk van de Joods-Oostenrijkse schrijver en journalist (1894-1939), dat door de hernieuwde belangstelling voor de auteur telkens weer nieuwe bewonderaars verwerft. Met voetnoten, een nawoord door Eva Demski. Met leeslint. Afwijkend formaat, kleine letter.