Bunny (schrijfster, 43) kampt al haar hele leven met depressies. De laatste tijd gaat het wel heel slecht. Zorgzame echtgenoot Albie krijgt haar nog nauwelijks van de bank af. Toch wil Bunny mee naar het restaurant waar ze traditiegetrouw het oude jaar uitzitten met hun New Yorkse vrienden. Wat een vrolijke avond had moeten worden - mede vanwege de verkiezing van Obama - eindigt met Bunny's opname op de psychiatrische afdeling. De tweede helft van het boek speelt zich daar af. De enige 'activiteit' die Bunny leuk vindt, is creatief schrijven. De korte stukjes die ze daar schrijft, geven een beeld van hoe ze is opgegroeid, als lastig buitenbeentje in een gezin dat verder natuurlijk volmaakt normaal was. Het is zware kost, en toch is het geen zwaar boek. Kirshenbaum (1964) schrijft met een vileine, zwarte humor die je het gevoel geeft dat het een wonder mag heten dat niet iedereen depressief is. Ze tekent Bunny's medepatiënten en hun omgang met elkaar met mededogen en begrip. Het verhaal geeft een goed beeld van hoe een depressie er vanbinnen uitziet.