Zesde, afzonderlijk leesbare deel van een serie waarin Henk Verheul en Kees Roest steeds spannende avonturen beleven*. Nu gaan de jongens tijdens de grote vakantie vanuit de Alblasserwaard op de fiets naar Zuid-£Limburg om bij een kennis een week in de tuin te kamperen. Tijdens een wandeling horen ze ongewild een gesprek tussen twee mannen die op zoek zijn naar kostbaarheden en een aantal(!) Rembrandts die in de mergelgrotten zijn verstopt, afgepakt van joodse vluchtelingen tijdens de oorlog. Het wordt heel spannend als ze, weer terug thuis in Oud-Alblas, dezelfde mannen bij een oude molen rond zien hangen. Het wordt ook gevaarlijk want de boeven schuwen het gebruik van vuurwapens niet! Ook dit deel speelt weer rond 1947, de tijd dat de auteur zelf een jaar of twaalf was. Weinig tijdsbeeld: als de boeven geen oud-SS'ers waren geweest, had het verhaal net zo goed anno 2000 kunen spelen. Ook in de amateuristische illustraties is de tijdgeest niet zichtbaar. Geen nuancering betreffende rijkdommen van "de joden". Agrarische begrippen als biest, grit en schouw worden bekend verondersteld. Verhaal met erg veel toevalligheden en onwaarschijnlijkheden. Gericht op orthodox-protestantse lezers vanaf ca. 11 jaar. *'De erfenis van een zonderling' (deel 5), a.i. 2007-22-0-214.