In geen tijd ben ik omsingeld door een kluwen van lijven dat aan me wriemelt, aan em ruit, aan me likt, misschien wel in me wil bijten, want niemand heeft die kinderen in hun prilste kinderjaren ooit geleerd dat dit niet kan. Allemaal willen ze me iets vertellen, iets vragen, iets tonen. Allemaal willen ze aandacht. Ze klauwen, grijpen, graaien, grissen, grabbelen me langs alle kanten vast en ik heb het gevoel te verstikken. Ik hap naar adem en doe een stap opzij, waarna de hele meute me volgt. Is dit nu wat Vicky met puur bedoelt? Eerlijk, aanhankelijk en met zoveel oncontroleerbare liefde dat het je naar de keel grijpt. Maar tegelijk ook ongepolijst, wild en met een opvoeding die er ongetwijfeld veel te lang nooit is geweest. Zo ervaart Marie de kennismaken met de kinderen uit 'Lekka Nosht', het Bulgaarse weeshuis waar ze in haar vakantie samen met haar broer, papa en zijn nieuwe vriendin wil gaan helpen. Maar kunnen Marie en haar broer de confrontatie met deze kinderen wel aan?