Autobiografisch, anekdotisch getint verslag van een onzekere jonge kunstenaar die op zijn negentiende naar Hamburg trekt om daar zijn creativiteit en jeugd te botvieren. Hij komt terecht in de punkscene en leert de musici kennen die er op dat moment toe doen. Dat leidt tot een turbulent leven als musicus waarin alcohol, drugs en testosterongestuurd gedrag de boventoon voeren. Levendig in korte hoofdstukken vol zelfreflectie en zelfspot geschreven. Hamburgse popgeschiedenis uit de late jaren ’80, beginjaren ‘90 gezien vanuit het perspectief van iemand die er deel van uit maakt en er zijn grenzen en mogelijkheden leert kennen.