In een toeristentrein tussen Kaapstad en Pretoria wordt een man vermoord. Zijn lijk wordt langs de spoorlijn gevonden. De rechercheurs onder leiding van Bennie Griessel van elitekorps de Valken staan lange tijd voor een raadsel en het werken wordt hun onmogelijk gemaakt als van hogerhand bevolen wordt dat dit zelfmoord was. Vanaf dan is het een gevecht tegen corruptie en de doofpot, terwijl in Frankrijk een voormalige agent benaderd wordt om een aanslag te plegen op de corrupte Zuid-Afrikaanse president. Jacob Zuma wordt niet bij naam genoemd, maar de situatie en de feiten komen overeen met de laatste jaren van zijn bewind, toen zijn regering gekaapt zou zijn door enkele Indiase miljardairs en hij ook door de Russen gechanteerd zou zijn. Het is een knappe en meeslepende detective met een complexe intrige, waarbij de lezer tot het einde onzeker is over de afloop en waarin de politieke ontwikkelingen in Zuid-Afrika, met name het verdwijnen van de idealen uit de tijd van Mandela, een belangrijke rol spelen. Deon Meyer (1958) is een belangwekkend schrijver.