In de zomer van 1968 willen Oxford studenten James en Eleanor liftend naar Italië om hun relatie te vieren in de zon. In Zuid-Duitsland aangekomen, besluiten ze impulsief om naar Tsjechoslowakije te gaan, waar de hervormingsplannen van Alexander Dubºcek 'het socialisme een menselijk gelaat toont'. Sam Wareham, Brits diplomaat in Praag, die vloeiend Russisch en Tsjechisch spreekt, bekijkt deze ontwikkelingen met enig cynisme, maar raakt gepassioneerd als hij via studente Lenka meer te weten komt over de toekomstplannen en dromen van de Tsjechische jeugd. Voor de eerste keer lijkt niets onmogelijk achter het IJzeren Gordijn, doch de politieke wielen knarsen. Sovjet leider Brezhnev eist heel veel van Dubºcek en het Rode Leger staat paraat aan de grens. Vanuit het perspectief van deze personages, die onafhankelijk van elkaar de gebeurtenissen tijdens de Praagse Lente beleven, komt het verhaal tot de lezer. De verteltrant is beeldend, de personages levensecht, boeiend maar soms wat vlak,