In vijf lange hoofdstukken schetst de auteur (1990) zijn muzikale belevingswereld en probeert hij te begrijpen waarom hij zo geraakt wordt door zijn favoriete muziek. Het intrigerendst zijn de twee stukken waarin hij tracht te analyseren wat hem als welgestelde hoogopgeleide blanke zo fascineert in de hiphopwereld vol criminaliteit, drugs, geweld en stoerheid. Daarbij beschrijft hij in het ene stuk de carrière van Tim Dog, een boze rapper uit Brooklyn, en eindigt hij het andere stuk met een interview in New Orleans met Master P, meer een zakenman die alleen maar in geld is geïnteresseerd en tientallen (vaak kwaliteitsarme) producties per jaar aflevert. Daarnaast zijn er goed geschreven en interessante hoofdstukken over de ongrijpbare Damon Albarn, de man achter de beroemde Britpop-band Blur en de bedenker van de 'virtuele' (niet bestaande) groep Gorillaz; de inspirerende maar jong overleden hiphoprecensent Rob van den Aker; en Hans Zimmer, de extreem productieve en succesvolle componist van honderden bombastische soundtracks voor films. Vooral interessant voor muziekliefhebbers.