De 14-jarige Pjotr woont samen met zijn vader Sergei in een dorpje in de buurt van Moskou. Als Pjotr door een marskramer wordt aangevallen, komt zijn vader Sergei hem te hulp. In zijn drift doodt hij de man. Door het gerecht wordt Sergei naar Siberië verbannen. Pjotr reist hem achterna. Tijdens deze barre, lange tocht, te voet en per slede, door sneeuw en barre kou, moet hij werken om in zijn levensonderhoud te voorzien. Ondanks alle tegenslagen geeft hij de moed niet op. Dit spannende verhaal speelt zich af in Rusland omstreeks 1900. Een enkel woord (zoals ocarinist en samovar) behoeft nadere uitleg. Taalgebruik en zinsbouw maken het geheel echter vlot leesbaar. De weinige zwart-witillustraties zijn uitgevoerd met potlood. Vanaf ca. 11 jaar. Herdruk uit 2011, niet eerder op a.i. aangeboden. Zie a.i.'s deze week voor nog een heraanbieding van een boek van Jan Terlouw.