De vader van Pjotr wordt gearresteerd, omdat hij een man heeft neergeslagen. Als hij naar een strafkamp in Siberië wordt gestuurd, blijft Pjotr (14) alleen achter. Omdat hij verder niemand meer heeft, besluit hij zijn vader achterna te gaan. Het wordt een barre tocht, die Pjotr gedeeltelijk per trein en per slee, maar voor het grootste deel te voet aflegt. Gedurende deze tocht, die veel langer duurt dan hij had gedacht, doet hij veel ervaring op en ook veel mensenkennis. Vaak moet hij werken om in zijn levensonderhoud te voorzien, maar hij weet het vol te houden tot het eind. Dit verhaal speelt zich af omstreeks 1900 en is voor het eerst verschenen in 1977. Het is trager geschreven dan men tegenwoordig gewend is, maar toch boeit het nog steeds van begin tot eind. Moed, uithoudingsvermogen en vriendschap zijn de voornaamste ingrediënten. Met nieuw omslag. De illustraties zijn weggelaten. Vanaf ca. 11 jaar.