Groot prentenboek met een zowel griezelig, grappig als wensvervullend verhaal over Jan-Wolf, een hondje dat voor iedereen bang is. Maar als hij alleen in zijn kamer piratenliedjes zingt, voelt hij zich sterk. Op een nacht droomt hij dat hij wordt ontvoerd door zeerovers die willen dat hij over hun 'heldendaden' zingt. Alle clichés over piraten komen aan bod: ze enteren een schip, bemachtigen de schat, drinken rum en scheppen op over hun gevechten. Nieuwelingen zoals Jan-Wolf moeten de proeven van het doodshoofd doorstaan, zoals op zijn kop aan de mast hangen. Als Jan-Wolf ontdekt dat ze niet eens kunnen lezen, krijgt hij zijn zelfvertrouwen terug. De combinatie van een verlegen kind met woeste rovers is origineel. De herhalingen in de tekst zijn fijn (hij voelt zich zo slap als..., met steeds een andere vergelijking). De vele illustraties in warme kleuren zijn meestal (dubbele) paginagroot. Ze zijn meer grappig dan griezelig. Alle personages zijn dieren. De tekst is afgedrukt in de lichte delen in verschillende lettertypen en -grootten. De liedjes zijn op eenvoudig rijm (abab) en cursief gedrukt. Verzorgde stevige uitgave. Vanaf ca. 5 jaar.