Tijdens zijn dagelijkse, matineuze zwempartij onder toezicht van zijn zweminstructrice herbeleeft Gilles Sauvac, een fragiele, intellectuele Fransman van middelbare leeftijd, zijn leven als concertpianist. Hij is in een crisis geraakt door een ernstige vingerblessure die hem de uitvoering van een geprogrammeerd pianoconcert van Schumann onmogelijk maakt. Niet alleen heeft Gilles deze fysieke malheur gemeen met Schumann (1810-1856), ook in geestelijk opzicht vereenzelvigt de eens zo befaamde musicus zich steeds meer met de getourmenteerde, romantische componist. Die identificatie wordt Gilles bijna noodlottig, maar de kordate zweminstructrice brengt redding. Fijnzinnige, stilistisch fraaie debuutnovelle van de Franse auteur en literatuurdocente (1982) over de relatie tussen kunstenaar, zijn werk en de interpretatie ervan, waarin muziek en water als motieven een opvallende rol spelen. Daarnaast zijn er subtiele, soms licht ironische referenties aan Schumanns leven en werk. Verzorgde uitgave in de Franse reeks (uitgeverij Vleugels), in een prachtige, soepele vertaling van Marijke Arijs.