Opa Pettson en zijn poes Findus willen kamperen. Maar omdat de kippen mee willen, komen ze niet verder dan de tuin. Aan het meer bij het huis beproeven ze de 'pijl en boog-hengel' van opa en vangen bijna een reusachtige snoek. Na de nacht in de tent te hebben geslapen, trekken ze de bergen in, d.w.z. naar de eerste helling achter het huis, om te ontbijten. Dit bescheiden gegeven is bijzonder humoristisch uitgewerkt. Opa, poes en kippen beleven het kampeeruitje heel verschillend, terwijl ook het badinerend commentaar van de buren voor komische contrasten zorgt. Het bijzondere aan de illustraties, aquarellen in vooral bruine en groene tinten, is de tekenstijl. Ze zijn warm en vriendelijk qua sfeer, soms donker als poes Findus bang is. Vloeiend daarin opgenomen is er een rijkdom aan stripachtig getekende details die als een ironisch commentaar fungeren. Hierom zullen vooral kinderen vanaf ca. 5 jaar van deze prentvertelling genieten. Zie a.i.'s deze week voor een herdruk van nog een avontuur van Pettson, 'Vossenjacht'.