Het als tiende geboren biggetje is een bijzonder geval, een zombig. Verder blijkt weerman Gerrit een weerwolfman, het pasgeboren zusje een heuse monsterbaby met tien vlijmscherpe tanden en de billenbijter stikjaloers op gave achterwerken. Daarom wil hij van ieders kontje, groot of klein, eten. In totaliteit bevat dit boek (A4-formaat) twaalf gedichten die allemaal een spread beslaan. Plas- en poepliefhebbers, althans in woord, komen royaal aan hun trekken, bijv. in Het poepiemonster, De kakbouter en het titelgedicht. Alle gedichten hebben gepaard rijm. Poëzieprentenboeken zijn aan een gestage opmars bezig. Dit debuut van Lucas van de Meerendonk, een van de presentatoren en verslaggevers van het NOS Jeugdjournaal, mag er zijn. Dat is ook een verdienste van de illustrator. Talloze vreemde, en gekke schepsels bevolken de sfeervolle inkttekeningen. Het kleurenpalet benadrukt het griezeleffect dat wordt verzacht door humoristische elementen. Sterke beeldtaal bij deze verhalende gedichten. Griezelige grappigheid voor een beetje ondeugende en niet bang uitgevallen kinderen. Vanaf ca. 5 t/m 9 jaar.