Boerenzoon Parre groeit op in een streng christelijke omgeving op de Veluwe en hij heeft een lastige omgang met zijn ouders. Hij probeert zich aan dit milieu te ontworstelen door zich in de natuur terug te trekken, maar ook door zich te storten op gokken. Het onschuldig vermaak dat hem in het begin afleiding geeft, loopt uit op een complete gokverslaving. Het casino voelt voor hem als thuiskomen, maar brengt hem ook diep in de problemen. Behoedzaam zoekt hij een balans tussen zijn verslaving en zijn verantwoordelijke taken voor school en kerk. Hij hoopt zelfs de toestemming te krijgen van het kerkbestuur om een opleiding tot dominee te volgen. 'Als ik een dienaar van God word, zal het gokken stoppen.' Parre probeert uit alle macht om uit het inktzwarte dal te komen. In korte hoofdstukken, heen en weer springend in de tijd, weet de auteur het zware onderwerp uiterst levendig te beschrijven. Het is een onderwerp dat hem letterlijk op het lijf is geschreven, gebaseerd namelijk op zijn eigen levenservaringen. Een levensverhaal dat hij eerder vormgaf in het theaterstuk 'Kop of munt'.