De hoofdrolspelers in dit Parijse boek van de geliefde Britse auteur (Birdsong) zijn buitenstaanders en heel verschillend, maar groeien, elkaar helpend steeds meer naar elkaar toe. De Amerikaanse dertiger Hannah Kohler komt na een traumatische relatie van tien jaar geleden aldaar terug om onderzoek te doen naar de rol van Franse vrouwen tijdens de Duitse bezetting tussen 1940 en 1944; de 19-jarige Marokkaanse vluchteling Tarik Zafar hoopt meer te weten te komen over zijn vroeg gestorven half-Franse moeder en Franse grootouders. De bij Hannah logerende Tarik helpt haar met vertalingen van de indrukwekkende audio-opnamen van de nu bejaarde Franse vrouwen (waarin er een handelt over verraad door liefde). Hierdoor en via de verhalen van Tariks baas en een poppenspeler stuiten beiden op de schaduwkanten van de Franse geschiedenis, respectievelijk de overgrote collaboratie en misdaden van de Franse bevolking tijdens WO II en de dubieuze koloniale rol van het land (Algerijnse Oorlog). Heerlijk weglezend, met surreële verbindingen van heden en verleden, maar soms te didactisch van opzet.