W.F. Hermans (1921-1995) debuteerde als prozaïst met 'Conserve' in 1947, een jaar later volgde zijn verhalenbundel 'Moedwil en misverstand' en in 1949 publiceerde hij de geruchtmakende roman 'De tranen der acacia's'. Enkele novellen die hij eind jaren veertig geschreven had, bundelde Hermans in 1953 in 'Paranoia'. Vanaf de licht herziene 16e druk (ook de 15e druk was iets gewijzigd) bevat het ook weer de zeer raadselachtige 'preambule'. De geleerden zijn het er nog niet over eens of die tekst als fictie beschouwd moet worden. Hoe dan ook, het is een tekst die veel over het schrijverschap verduidelijkt; 'omdat ik zelf niet kan bewijzen waarom zij [confidenties] met mijn persoonlijke lotgevallen niets te maken hebben'. In het beklemmende verhaal 'Manuscript in een kliniek gevonden' zitten alle Hermansthema's in een notendop verwerkt: pessimisme, misantropie en chaos. Verder het titelverhaal, het veel op de middelbare school gelezen 'Het behouden huis', 'Glas' en het zeer 'fantastische' 'Lotti Fuehrscheim'. Formaat tussen paperback en pocket. Kleine druk.