Ruth Gruener werd in Polen geboren als Aurelia Gamzer. Ze was nog maar een kleuter toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. In dit boek beschrijft ze haar levensgeschiedenis. Na de Duitse inval in Polen belandde ze met haar Joodse familie in een getto. De Holocaust overleefde ze door samen met haar vader en moeder op verschillende adressen onder te duiken. Ze moest twaalf uur per dag opgepropt in een koffer liggen en doodstil in een hoekje zitten om niet ontdekt te worden. Aan het eind van de oorlog wist ze niet meer hoe de bomen en de lucht eruitzagen en was ze het lopen verleerd. Na de Duitse capitulatie emigreerde ze met haar ouders naar de Verenigde Staten. De helft van het boek gaat over hoe ze daar een nieuw leven opbouwde. In Amerika trouwde Ruth met Jack Gruener, hoofdpersoon uit het boek 'De jongen die tien concentratiekampen overleefde'*; de auteur daarvan, Alan Gratz, schreef nu het voorwoord. Achterin een twaalftal foto's in zwart-wit van de auteur, die als docent werkte in het Jewish Heritage Museum in New York, uit haar jeugd en met haar man Jack Gruener. Vanaf ca. 13 jaar.