Melody heeft cerebrale parese, waardoor ze niet kan lopen, praten en zelf eten. Maar met haar hoofd is niets mis. Sterker, ze leert snel en is superintelligent. Alleen kan ze dat niet uiten en dat frustreert haar enorm. Ze zit gevangen in haar eigen hoofd. Haar ouders en een bevriende buurvrouw zien haar kwaliteiten en dagen haar uit, maar op school denkt iedereen dat ze niets kan. Totdat ze dankzij een speciale computer eindelijk een stem krijgt. Ze hoopt dat ze eindelijk vrienden kan maken, maar dat valt tegen. Haar leraren en klasgenoten accepteren haar nog steeds niet volledig. Ze wordt weliswaar geselecteerd voor een landelijke scholierenquiz, maar haar teamleden zitten bepaald niet op haar te wachten. Het verhaal is met een duidelijke missie geschreven: laten zien dat gehandicapten meer kunnen dan mensen denken. Die programmatische inslag is soms te nadrukkelijk aanwezig en resulteert in personages die te zwart-wit getekend zijn. Maar het verhaal maakt wel goed duidelijk hoeveel vooroordelen er bestaan over gehandicapten en wat dat betekent voor iemand. Vanaf ca. 15 jaar.
Geschikt voor YA.