Newfoundland, eind 20e eeuw. Als de kabeljauw uit zee verdwijnt, is het vissersdorp waar Finn (11 jaar), zijn zusje Cora (14 jaar) en hun ouders wonen, ten dode opgeschreven. Een voor een verdwijnen de vissers en hun families en uiteindelijk is alleen Finns familie nog over. Om hen heen de verlaten huizen, bij zee de lege boten: weerspiegeling van een verloren gegane gemeenschap en cultuur. Finns ouders gaan noodgedwongen om beurten op het vasteland werken, de kinderen zoeken hun eigen oplossing voor de isolatie en eenzaamheid. Cora zoekt haar toevlucht in de verlaten huizen van het dorp die ze met plaatjes beplakt en omtovert tot verre, vreemde landen. Finn probeert de vis terug te lokken met zelf in elkaar geknutselde onderwater lichtinstallaties. Een heel bijzonder, origineel, lyrisch verhaal dat ontroert. Met liefde vertelt de auteur over een uitstervende cultuur, vol van de zee, vis, zeemeerminnen, muziek, poëzie, folklore, een vleugje magie, eenzaamheid, herinneringen, hoop en liefde. Tweede roman van de schrijfster die veel succes had met haar debuut 'Etta and Otto and Russell and James'.
*2015-10-0297 (2015/26) en 2015-34-4568 (2015/39).