In het voorjaar van 2002 pleegt kunstenaar Lucas Brandmeester zelfmoord. Op zijn uitvaart ontdekt zijn zestienjarige zoon Alex dat Lucas zijn vader was. Alex is opgevoed door zijn moeder Agatha ofwel 'May'. In het begin was hun band sterk, maar die verslechterde toen Alex ouder werd en meer wilde weten over zijn vader. Naast zijn zoektocht naar Lucas volgen flashbacks naar de jaren zeventig vanuit de perspectieven van May en Dirk, de hartsvriend van Lucas. Hierbij draait het om de sterke liefde van May voor de bloedmooie Lucas en de enorme verliefdheid van Dirk voor May. In 1971 verdwijnt Lucas plots uit het publieke leven en zijn afwezigheid drijft May tot wanhoop. De opportunistische Dirk ontdekt dat Lucas in een inrichting verblijft en zet alles op alles om May voor zich te winnen. Terug in 2002 zoekt Alex Dirk op om meer over zijn vader te weten te komen. Zelf lijkt hij steeds meer in de voetstappen van zijn vader te treden. In deze ingewikkelde roman staat het onbeheersbare, soms desastreuze liefdesverlangen centraal. Wat blijft hangen is de wijze waarop begeerte kan overgaan in waanzin. Een wat rommelige debuutroman over de zoektocht van een puber naar zijn vader en over allesoverheersend liefdesverlangen. Meerdere verhaallijnen uit heden en toekomst houden de lezer scherp.