De auteur (1947), Amerikaans filosofe en hoogleraar recht en ethiek, laat in haar werk zien hoe abstracte ethische principes in concrete situaties kunnen worden toegepast. Emoties, die in dit boek centraal staan, spelen volgens haar een belangrijke rol in morele oordeelsvorming. In het eerste deel laat ze zien hoe door de eeuwen heen in filosofie en psychologie met emoties is omgegaan. Ook persoonlijke ervaringen (de dood van haar moeder) gebruikt ze om aan te tonen dat emoties een vorm van cognitie zijn. Emoties zijn waardeoordelen die een groot belang voor iemands welzijn toekennen aan dingen en mensen die de persoon zelf niet kan beheersen. In het tweede, meest geëngageerde deel staat mededogen centraal als positieve bijdrage die door emoties geleverd kan worden aan afwegingen in de persoonlijke en in de politieke sfeer. In het derde deel richt de auteur zich op het beeld van de liefde in literatuur, muziek en film. Een bijzonder veelomvattend boek, beslist niet eenvoudig, maar prikkelende literatuur voor serieus geïnteresseerden in het grensgebied tussen filosofie, psychologie en cultuur. Met een uitgebreide literatuuropgave en registers op personen en zaken. Ongewijzigde herdruk.