Engel Luidenga is een wat moeilijk toegankelijke jongeman die leeft om zijn droom te verwezenlijken: een eigen kotter. Het is echter nog niet zo ver en tot dat moment doet hij dienst als visser bij de rederij van Pieter Baanders. Wanneer Pieter komt te overlijden en zijn dochter zwanger maar alleenstaand terugkeert uit Afrika, wordt hij door Laura's moeder Brecht min of meer aangezet tot een huwelijk met Laura in ruil voor een aandeel in de rederij. Hij gaat akkoord en redt hierdoor het bedrijf en de goede naam van Laura. Er is geen sprake van liefde, enkel van wederzijds respect - maar wanneer Laura een miskraam krijgt, verandert alles. Buitenbeentjes spelen in de boeken van deze auteur een grote rol, zo ook hier. Komt Engel in eerste instantie stug en onvriendelijk over, hoe verder je in het verhaal komt, hoe meer je van hem gecharmeerd raakt. Zijn droom houdt hem op de been en de schrijfster benadrukt hiermee het belang ervan. De aard van het verhaal wordt weergegeven in de naam van de boot: 'Godsvertrouwen'. Klassiek, eenvoudig verhaal typerend voor de streekroman. Gericht op de wat oudere generatie en kan door zowel mannen als vrouwen gelezen worden.