In het vaak dolkomische, volstrekt oneerbiedige Oom Oswald voert Roald Dahl Oswald Henryk Cornelius ten tonele: de vrouwenverleider, bon-vivant, operaminnaar, spinnenexpert en wandelstokmaniak. Deze bizarre figuur komt op een briljant idee om in één klap ontstellend rijk te worden. Hij voert zijn geniale inval met veel verve uit, waarbij hij heel wat 'groten der aarde', van Marcel Proust tot Sigmund Freud, van Giacomo Puccini tot Rudolf Valentino meedogenloos uitmelkt.