In de bergen komen verschillende diersoorten voor, sommige leven op de besneeuwde toppen, andere tussen rotsen, in ondiepe bergstroompjes of bossen. Hoe overleven deze dieren? Dit deel uit de serie 'Dierencamouflage: lees & weet meer'* beschrijft hoe roofdieren en prooien in berggebieden zich aan hun omgeving hebben aangepast en kunnen 'verdwijnen' in het landschap. De vacht van de poema bijvoorbeeld heeft dezelfde kleur als de rotsen om hem heen, zodat hij zijn prooi goed kan besluipen, en de bergmarmot is door zijn gemêleerde vacht bijna onzichtbaar voor zijn vijanden. Op deze manier wordt ook de camouflage van bergdieren als de Japanse reuzensalamander, de prairieratelslang, de driehoornkameleon, de berghaas, de ruigpootuil en de korstmossabelsprinkhaan beknopt beschreven en op kleurenfoto's zichtbaar gemaakt. De teksten in een vrij grote letter zijn prettig leesbaar en komen goed uit tegen de gele achtergrond. Een korte uitleg in kleine kleurvlakken verduidelijkt sommige foto's. Achterin staan een verklarende woordenlijst, register en verwijzingen naar boeken (van dezelfde uitgever) en websites met QR-codes. Vanaf ca. 8 t/m 10 jaar, ook geschikt voor iets oudere kinderen die moeite hebben met lezen. MLP. *zie a.i.'s deze week voor nog zeven delen uit deze nieuwe serie. MLP.