Het thema dat als een donkere wolk boven veel moderne filosofische stromingen hangt, is het nihilisme, de gedachte dat alles geen zin heeft. De oorzaak daarvan is het streven naar vrijheid dat de westerse filosofie en de westerse cultuur zo sterk beheerst. Nihilisme is niet alleen een filosofische theorie, het is ook praktijk, gericht op vernietiging. Nihilisme lijkt een uiterste, een standpunt waar men niet aan wil, maar dat tegelijk een gedachte is waar moeilijk aan te ontkomen valt. De filosoof Jan van Riessen is een denker met een haat-liefde verhouding tot het nihilisme. Het verschijnsel fascineert hem en tegelijk ziet hij het als een ernstige bedreiging. In dit boek verbindt hij het met een ogenschijnlijk heel ander uiterste, het terrorisme. Is het terrorisme dat we in het westen hebben leren vrezen een vreemd verschijnsel dat ons vanuit andere culturen is overkomen? Of is het veel meer iets van onszelf? Van Riessen beweert het laatste, vandaar de titel. Hij onderbouwt dat door een verbinding te leggen tussen nihilisme en terrorisme op basis van een analyse van beide begrippen. Dat leidt tot een boeiende verhandeling die niet blijft steken in een veelheid van empirisch materiaal maar diep genoeg boort om ons eigen hart te raken. - Peter Blokhuis