Het is september 1944 en in Arnhem en Oosterbeek wordt de situatie steeds angstiger. De Duitsers zijn overal. De vader van de dertienjarige Jochem (ik-figuur) is al maanden ondergedoken, die van zijn vriend Sim al drie jaar. Dan komt de bijdehante Martje bij Jochem in huis wonen. Als de de Slag om Arnhem begint moeten Jochem, zijn moeder en Martje bij de familie van Sim in de kelder schuilen tot ze door de Duitsers worden weggejaagd. Uiteindelijk vinden ze onderdak in het bos en worden gestuurd naar een boerderij. Jochems moeder, Martje, vriend Sim: ze lijken dingen te weten of met elkaar te bespreken waar hij geen deel aan heeft. Op een avond loopt hij weg, terug naar het huis in het bos waar onderduikers hem over zijn familie en tante vertellen, de moeder van Martje. Terug op de boerderij wordt alles uitgepraat en dan komt ook de bevrijding. Spannend, boeiend geschreven verhaal over gewone burgers in de Tweede Wereldoorlog vanuit het perspectief van een dertienjarige jongen, geschreven vanuit een protestants-christelijk uitgangspunt. Korte hoofdstukken, steeds afgesloten met een informatieve tekst over achtergronden, de jodenvervolging en de slag om Arnhem. Sobere tekeningen. Bekroond met Het Hoogste Woord 2018. Vanaf ca. 12 jaar.
Bekroond met Het Hoogste Woord 2018.