De Scandinavische volkeren uit de Vikingtijd beantwoordden de grote vragen over het mysterie van het bestaan in de vorm van mythen en legenden. De poëtische (lied) Edda, proza-Edda en skaldendichtkunst, afkomstig uit IJsland, vormen de belangrijkste bronnen voor onze kennis van de Noorse en Germaanse mythologieën, opgetekend in de dertiende eeuw, twee- tot driehonderd jaar na het eind van de Vikingtijd. De Amerikaanse auteur H. A. Guerber (1859-1929) brengt deze verhalen tot leven. Zij gaan over de eeuwige strijd tussen goede en kwade natuurkrachten (goden en reuzen), Alvader Odin, de strijdvaardige Thor, de listige Loki, Wanen, Nornen, Walkuren, dwergen, elfen en monsters tot en met de ondergang van de goden (Ragnarok). Ook belicht de auteur de betekenis van deze vertellingen. De vele (vertaalde) citaten uit de Edda's voegen authenticiteit aan de verhalen toe. De namen van de goden verschillen per gebied; feesten voor de goden veranderen geleidelijk in christelijke feestdagen en figuren. Deze ingekorte Nederlandse uitgave bevat geen citatenindex, alfabetische woordenlijst en index, maar is wel rijkelijk geïllustreerd.