Het derde boek van de bekende schrijfster (1954) is een spannende roman, waarin realiteit, fantasie en avonturen tot een voor de lezer zonder bedenking aanvaardbaar geheel gesmeed zijn. Justine, de huisgenote, en Julius, de minnaar, beluisteren op een avond het bandje dat hoorspelschrijfster Topaas vanaf haar vakantieadres gestuurd heeft. Verontrust door het gehoorde besluiten ze haar na te reizen. Dit is het kader waarbinnen de haast mythologische avonturen van Topaas, op een van de buitenwereld nagenoeg afgesloten eiland, verteld worden. Zij is met de noorderzon vertrokken om met zichzelf in het reine te komen, nadat zij, dronken op de fiets, een ongeluk veroorzaakt heeft dat een automobiliste het leven gekost heeft. Nergens is dit boek waarin toch de gruwelijkste dingen gebeuren, somber stemmend; waarschijnlijk omdat de schrijfster met humor de onafwendbaarheid van de loop der gebeurtenissen benadert. Elfde druk, de negende druk werd door de schrijfster herzien. Vrij kleine druk.