Een aanzienlijk deel van de Molukse bevolking weigerde aansluiting bij de Republiek Indonesië, die in december 1949 door Nederland was erkend. In april 1950 werd de onafhankelijke Zuid-Molukse Republiek uitgeroepen. Het Indonesisch militair geweld drong de Republiek al spoedig terug tot guerrillastrijd op het onherbergzame eiland Seram, onder leiding van president Chris Soumokil (1905-1966), met in Nederland een regering in ballingschap. Het was een uitzichtloze strijd, die dertien jaar duurde en eindigde met zijn arrestatie in december 1963. Hij werd ter dood veroordeeld in april 1964 en geëxecuteerd in april 1966. Soumokil trouwde in april 1951 met de veel jongere onderwijzersdochter Josina Taniwel (1934). Zij maakte van 1951 tot 1966 notities, die zijn bewerkt tot een dagboek, dat in kort bestek hun omzwervingen vastlegt. Uitvoeriger is zij over de berechting en executie van haar echtgenoot. Zij kwam in juli 1966 naar Nederland, waar zij als 'Njonja' zeer wordt gerespecteerd. Dit is vooral een boek voor Molukkers, ook omdat achtergrond en toelichting nauwelijks worden verschaft. Met enkele zwart-witfoto's. Waargebeurd.