Peter Sutherland heeft als taak bij de geheime dienst in het Witte Huis om elke nacht bij de telefoon te wachten op een noodoproep. Een groot deel van het jaar wordt er niet gebeld, maar op een nacht is er een beller: een jonge vrouw die doorgeeft dat er een moordenaar achter haar aanzit. Peter moet binnenkomende telefoontjes gelijk doorgeven en overlaten aan zijn meerderen, maar deze zaak laat hem niet los. Hij komt later in contact met de jonge vrouw en weet een moordaanslag op haar te verijdelen. De aanslag maakt één ding duidelijk: iemand binnen de geheime dienst is een verrader en die persoon zal er alles aan doen om verborgen te blijven. Er wordt al vrij snel aan de lezer bekendgemaakt wie die verrader is binnen de geheime dienst. Geheel volgens het boekje voelen Peter en de jonge vrouw zich erg tot elkaar aangetrokken. Veel actie, weinig karaktertekening. Standaard spionageroman met amper verrassingen, maar onderhoudend genoeg voor een paar uren leesplezier.