Het begint met een raadsel en het eindigt met een nog groter raadsel. Wie heeft er nu gelijk? Anna vertelt aan de verteller, dat zij na een feest met Jonas in bed beland is. Achteraf realiseert zij zich, dat zij verkracht is. Twee maanden later doet zij aangifte. Jonas vertelt de verteller, en de politie, dat zij vrijwillig mee is gegaan, dat hij een condoom heeft gebruikt, dat zij allebei wel veel te veel hadden gedronken, maar hij geen enkel idee had, dat er iets tegen haar zin gebeurde. Langzaam maar zeker komt iedereen dit verhaal te weten, de zus van Anna, vrienden, medestudenten, collega's. Sommigen twijfelen aan de een, anderen geloven de ander. Eigenlijk is er niemand, die het weet. Het is haar verhaal tegen het zijne. In dit debuut laat de jonge schrijfster (1989) zien, hoe moeilijk dit onderwerp is en welke invloed zo'n gebeurtenis heeft, of het nu echt gebeurd is of een valse verklaring is: iedereen is van slag. De schrijfster geeft geen oordeel, laat de lezers zelf nadenken. Interessant, vlot, in een bijna zakelijke stijl geschreven actueel boek dat tot nadenken stemt.