Deze eerste roman van de bekroonde schrijfster (1973) van een tweetal verhalenbundels ('IJsregen' en 'Witte Veder') is een moderne zedenschets over de reacties op een tienerzwangerschap in een villawijk. In korte hoofdstukken schetst de schrijfster in de van haar bekende bondige maar treffende stijl de koortsachtige maar nogal kortzichtige reacties van negen personen op de mededeling van de 16-jarige Julia van Wees dat ze reeds vijf maanden zwanger is. Voorop die van haar ouders en jongere zus, maar ook van een buurvrouw, een arts, de jonge vader in spe, een ambtenaar van de jeugdzorg en een adellijke tante. Pas op het eind komt Julia zelf aan het woord, waarbij de auteur de lezer de gevolgen van het voorgaande ten volle laat voelen. Thema's als gezichtsverlies, hypocrisie, de ongunstige gevolgen van goede bedoelingen, verraad, overspel en miscommunicatie worden karig maar gepast ondersteund door ironie en symbolische citaten (de Metamorphosen van Ovidius en tuiniermetaforen). Een boek vol herkenbare scènes, aansprekende dialogen en treffende details voor een breed lezerspubliek. Paperback; normale druk.