Recentelijk (her)ontdekte verhalen van de zwarte Amerikaanse schrijfster Diane Oliver (1943-1966) die op 22-jarige leeftijd bij een motorongeluk omkwam. Diane toont in luttele pagina’s het dagelijks leven van de zwarte bevolking in het zuiden van de VS rond 1960. De strijd om het bestaan, de roep van het Noorden, de door hun mannen in de steek gelaten vrouwen, de dagelijkse vooroordelen en vernederingen, de continue dreiging van racistisch geweld. Maar ook de moed van de zwarte bevolking, het verzet, individueel en collectief, de strijd voor een gelijkwaardige plek in de Amerikaanse samenleving. Twee verhalen zijn anders: één, haast psychedelisch geschreven, ontleedt de destructieve dynamiek in een vriendengroep, het andere beschrijft de indirecte discriminatie van een zwarte leerling die als uithangbord meekomt op een uitwisselingsprogramma in Zwitserland. Naast een onwaarschijnlijk goede, deels postume verhalenbundel, is dit een diepgravend, heel compleet tijdsbeeld en historische bron. Mooi, aangrijpend, schrijnend, inlevend en scherpzinnig.
Literair en historisch belangrijke verhalen (sommige prijswinnend).