Dit boek is geschreven door een woest-enthousiaste Engelse veldbioloog met een voor Nederland bewerkte tekst. Het doel is liefhebbers te laten zien dat in de onmiddellijke omgeving veel te zien en te genieten is. Zowel landelijk als stedelijk. De inleiding begint met allerlei aanwijzingen voor waarnemen en registreren. Het gaat veel over vogels, maar ook over insecten, andere dieren en planten als korstmossen en paddenstoelen. De vier seizoenen worden gevolgd, beginnend bij de winter. Bepaalde soorten worden preciezer bekeken, of er wordt gekeken hoe je ze het beste kunt vinden. En zo wordt je stap voor stap deelgenoot van de jarenlange ervaring van deze schrijver. Voorzien van heel veel fraaie kleurenfoto's (een misser op blz. 131) en een gemakkelijke tekst. Een keuze uit een bepaald kennisterrein is m.i. heel belangrijk. Mogelijkheden en omstandigheden worden wel overdreven, bv. 'een vlinderstruik met enkele tientallen soorten vlinders', of 'het wemelt van de zandoogjes', komt in Nederland helaas niet meer voor. Maar: volop materiaal en tips om met of zonder roze bril te gebruiken voor een breed publiek. Met register.