Opnieuw hapte opa naar adem.'Ik heb het nooit kunnen vergeten...Nooit... Ik heb het aan niemand verteld...Aan niemand...'Zijn mond begon te trillen.'Ik snap niet waarom dat nu ineensallemaal boven komt... nu... het was netzo'n warme dag als nu...'Nooit heeft Karens opa iets over vroegerverteld, maar nu hij steeds verwarderwordt, spreekt hij in korte, onsamenhangendezinnetjes. Ze komen er methorten en stoten uit, maar ze hakken erinals donderslagen.