Felix was zes jaar, toen zijn oom Hugo een mooie blauwe vlieger voor hem maakte. Jaren later, als Felix niet goed weet wat hij wil gaan doen (hij woont in een oude auto, zorgt voor een poes die Hit and Run heet) krijgt hij een erfenis: het huis van zijn oom in Zuid-Frankrijk. Zijn vrienden Marc en Bernard komen bij Felix om samen t.v. te kijken, en spontaan besluit het drietal het Franse huis te gaan bekijken. In een oude Volkswagen-bus gaan ze op weg. Onderweg ontmoeten ze Lilith, die lesbisch is en een verbroken relatie moet verwerken. Verder voegen Zoe en Jeanne zich bij de groep en zo komen ze na allerlei avonturen onderweg bij het huis. Er zijn vooral gesprekken: waar kom je vandaan, waar wil je heen? Voor de een is het een goede baan, voor de ander erkenning en succes, voor een derde een villa met zwembad, weer een ander wil liever een jointje en op een berg zitten dromen. De reis is een soort ontdekkingsreis. In het huis vindt Felix onderin een la een blauwe vlieger... De vrienden beloven elkaar volgend jaar terug te komen. Lichtvoetige feel good roman, een road-movie in boekvorm, over serieuze vragen van jonge mensen. Kleine druk.
Prettig leesbaar boek, soms komisch, vlot geschreven. Zeer geschikt voor jongeren. Vertaald als 'Volgend jaar zomer'.