Vlak voor de zesjarige oorlog tussen Israël en Egypte uitbreekt, vertrekt de dan 16-jarige auteur met zijn dove moeder en jongere broertje uit Alexandrië naar Rome. Het Joodse, vroeger welvarende gezin komt via een oudoom terecht in een armoedig appartement en probeert een nieuw leven op te bouwen. De vader blijft achter om nog zo veel mogelijk van hun bezittingen te verkopen. André voelt zich ontheemd en brengt zijn dagen na schooltijd vooral door met lezen op zijn kamer. Pas na een kerstvakantie van 3 weken in Parijs, waar zijn vader intussen is neergestreken, bloeit bij terugkeer zijn liefde voor Rome op. Dat komt deels ook zijn ontluikende seksualiteit en de rol die verschillende jonge vrouwen daarbij spelen. Aan het eind van het jaar vertrekt het hele gezin naar New York, waar André een beurs heeft weten te bemachtigen. Een autobiografische vertelling met veel nostalgie, familiedrama, interessante personages en mooi proza. Het is ook een boek over wachten, besluiteloosheid, terugkijken en vooruitkijken. Dat klinkt door in het verhaal en maakt het af en toe wat te lang.