Oceanië 1879. Op een afgelegen en verder onbewoond vulkanisch eiland (een van de Kermedeceilanden) voor de kust van Nieuw-Zeeland probeert een kolonistenfamilie (de van oorsprong Britse Mr. Peacock, zijn vrouw en zijn zes, later zeven kinderen) al een paar jaar een bestaan op te bouwen. Monday Island is een prachtig tropisch eiland maar ook gevaarlijk en het leven is er hard en vol ontberingen. Als een schip zes Polynesiërs aan land zet, op zoek naar werk en een betere toekomst, zijn ze van harte welkom. Arbeidskrachten kan Mr. Peacock goed gebruiken. Het lijkt alsof het allemaal een beetje makkelijker begint te worden maar dan verdwijnt een van de zoontjes van Mr. Peacock. Het verhaal wordt om en om verteld door de Polynesiër Kalala en door Lizzie, een van Peacocks dochters. Goed geschreven, spannend, met een goede karakter- en sfeertekening. Tegelijkertijd ook een donker, unheimisch verhaal met als kern de disfunctionele Peacock familie tegen de achtergrond van een ‘idyllisch’ eiland. Gedeeltelijk gebaseerd op de familiegeschiedenis van de man van de auteur.